Werkpakket voor het voeren van waardevolle gesprekken

Boek: De gespreksfluisteraar. Meer waarde van gesprekken in jouw organisatie

Schrijvers: Ilse van Ravenstein, Anneke van der Ven en Mark van Vuuren

Recensent: Bert Peene

Natuurlijk, er wordt in het onderwijs heel wat af gepraat, maar om een school nou een ‘babbelbox’ te noemen, waar ‘besmettingsprocessen’ aan de orde van de dag zijn en ‘ideeënsex’ een even normaal verschijnsel? Dan klinkt ‘discursieve context’ in elk geval een stuk beter. Maar hoe je het ook noemt, veel maakt het niet uit. Het gaat namelijk in beide gevallen om hetzelfde: een school is, net als iedere organisatie, feitelijk het resultaat van interactieprocessen, waarbij en waarin mensen steeds opnieuw met elkaar proberen betekenis te geven aan datgene waarmee ze geconfronteerd worden. Volgens Thijs Homan althans, maar sinds het verschijnen van zijn veelgeprezen boek ‘Organisatiedynamica. Theorie en praktijk van organisatieverandering’ in 2005 hebben zijn ideeën in brede kring gehoor gevonden. Een school is dus inderdaad  een ‘babbelbox’.

Vreemd genoeg lijkt de organisatiedynamica nog niet doorgedrongen te zijn tot het corpus van boeken over hoe je in organisaties gesprekken voert. Die gaan nog steeds over de bekende gesprekstechnieken en hoe je die toepast in de meest voorkomende gesprekssoorten, zoals het functioneringsgesprek, het beoordelingsgesprek en het ontwikkelgesprek. In dat opzicht vormt het zojuist verschenen boek ‘De gespreksfluisteraar. Meer waarde van gesprekken in jouw organisatie’ een aangename uitzondering. Het is dan ook niet geschreven om de lezer van dienst te zijn bij het ontwikkelen van een theoretisch kader voor verschillende soorten gesprekken of om een leidraad of tools te bieden bij het aanleren van gespreksvaardigheden. De auteurs willen hun lezers leren hoe zij de gespreksmomenten zo kunnen verbeteren dat deze ook echt waardevol worden; voor het individu, voor groepen collega’s en voor de organisatie als geheel en daarbij maken zij dankbaar gebruik van inzichten uit de organisatiedynamica.

Van een waardevol gesprek is sprake als er aandacht is voor de behoefte, beleving en het belang van iedere gespreksdeelnemer. ‘Er kan uiteindelijk voor de organisatie alleen maar sprake zijn van waarde als in een gesprek een gezamenlijk vertrekpunt kan worden gevonden, waarin iedereen zich gehoord en gerespecteerd voelt,’ schrijven de auteurs. Drie kernelementen verhogen de waarde van gesprekken: het handelen van het individu, patronen tussen de gespreksdeelnemers en de koers en structuur van de organisatie.

Deze elementen vormen ook de hoofdstructuur van het boek. Er zijn drie omvangrijke hoofdstukken waarin steeds een van de kernelementen centraal staat. Ieder hoofdstuk kent een vaste indeling. Eerst een onderdeel dat ‘Luister’ heet en waarin de lezer een compleet arsenaal aan achtergronden en denkkaders wordt aangeboden: over het ontstaan van ons menselijk gedrag, van intermenselijke patronen en over de samenhang tussen gesprekken, de koers en structuur van de organisatie; en natuurlijk steeds ook over de impact daarvan op de gesprekken die mensen met elkaar voeren. Onder de noemer ’Fluister’ rijken de auteurs tools aan om de gespreksvaardigheden van anderen te vergroten, patronen te doorbreken en meer samenhang en afstemming te bewerkstelligen tussen de verschillende gesprekken inde organisatie. Het onderdeel ‘Spiek’ ten slotte biedt aanvullende informatie over de drie kernelementen.

‘De gespreksfluisteraar’ wijkt niet alleen van andere boeken over gesprekken in organisaties af door de manier waarop het onderwerp wordt benaderd; ook de doelgroep is anders. De auteurs richten zich met name tot externe begeleiders, zoals coaches, trainers, facilitators en mediators; zij zijn de gespreksfluisteraars uit de titel. Dat wil echter niet zeggen dat het voor leidinggevenden minder geschikt zou zijn. De Beroepsstandaard Schoolleider VO beschrijft in de vorm van vijf basiscompetenties wat iedere schoolleider volgens de beroepsgroep moet kennen, kunnen en doen. Bij dat alles zijn gesprekken een belangrijk vehikel. Schoolleiders moeten dus in staat zijn waardevolle gesprekken te voeren én ervoor te zorgen dat ook anderen daartoe in staat zijn.

De insteek die de auteurs gekozen hebben, maakte het noodzakelijk meer en steviger achtergrondliteratuur te gebruiken dan bij de meer ‘technische’ communicatiemethoden het geval is. Daaraan ontbreekt het dan ook niet. Dat geeft de boek een belangrijke meerwaarde. Waar de doorsnee boekhandelaar het waarschijnlijk een plekje zal geven op de plank ‘(Interne) communicatie’, is het evenzeer op zijn plaats bij ‘Organisatiekunde’. Want daarover gaat het uiteindelijk: hoe kun je organisatie-effectiviteit optimaliseren?

De auteurs noemen hun boek nadrukkelijk geen studieboek; het is een ‘werkpakket’, met een compleet instrumentarium voor het voeren van waardevolle gesprekken én tips voor hoe je de totstandkoming daarvan kunt begeleiden. Dat alles in een frivole vormgeving, die op sommige lezers best wat onoverzichtelijk kan overkomen. Maar dat is dan ook het enige minpuntje dat ik kan ontdekken; als het al een minpuntje is.

 

Bert Peene is opleider en werkt daarnaast als journalist voor Managementboek Magazine en het VO Magazine.