Verzuimmanagement wordt mobiliteitsmanagement

Boek: Ziek zijn, maak er werk van

Schrijver: Marleen Teunis

Recensent: Bert Peene

Ziekteverzuim is een kostbare zaak. Planningen worden niet gehaald, afspraken moeten worden afgezegd, vervanging geregeld en in het ergste geval moeten klassen naar huis worden gestuurd. Maar wat doe je eraan; ziek is immers ziek! Daarover is iedereen het wel eens, maar de discussie over hoe hiermee op een nette maar effectieve manier om te gaan, wordt toch vooral gekenmerkt door handelsverlegenheid. Want veel leidinggevenden zijn bang te controlerend of wantrouwend over te komen als ze doorvragen. En kiezen er dus maar voor te wachten tot de zieke werknemer zich weer beter meldt.

Het onderwijs is nog altijd een sector met een hoog ziekteverzuim: bijna vijf procent, terwijl het landelijk gemiddelde zo’n anderhalf procent lager ligt. Daarvoor zijn meerdere oorzaken aan te wijzen, van meer naar minder structureel. Natuurlijk er is de werkdruk, die al jaren als veel te hoog wordt ervaren, terwijl anderzijds griepepidemieën ook aan het onderwijs niet voorbij gaan. Los daarvan geldt in de wereld van het verzuimmanagement een gulden regel: ziekte overkomt je, verzuim is een keus.

Een van de deskundigen op dit gebied is Marleen Teunis. Ze ontwikkelde onder meer de app ‘Moet ik maar de dokter?’ en schreef twee boeken over verzuimmanagement: ‘Werken, iedereen wordt er beter van’ (2010) en ‘Ziek zijn, maak er werk van’ (2014). In beide boeken beschrijft zij de methode Oplossingsgericht Verzuimmanagement®, die organisaties gegarandeerd een lager verzuim oplevert: drie procent of lager, om precies te zijn. En getuige de testimonials op het omslag van dit laatste boek, werk de methode inderdaad. Een werknemer heeft het recht  ziek te zijn, maar een werkgever heeft er recht op het werk gedaan wordt en die twee perspectieven moeten op een goede manier met elkaar in balans gebracht worden. Sturen op mobiliteit in plaats van op verzuim. Dat blijkt in de praktijk lastig, schrijft Teunis; het kan alleen als er een heuse mindshift plaatsvindt, bij managers én bij medewerkers.

De methode Oplossingsgericht Verzuimmanagement® bestaat uit drie onderdelen:

  • Sturen op mobiliteit
  • Oplossingsgericht werken binnen wet- en regelgeving
  • De methode van communicatie (relatie)

Ook in deze methode is de eerste klap een daalder waard. Het eerste verzuimgesprek, dat plaatsvindt op het moment dat een werknemer zich ziek meldt, moet niet in het teken staan van wat niet maar van wat nog wel kan. Dat zal in de meeste situaties best de nodige volharding vragen, maar het terugdringen van verzuim begint toch echt al op dat moment, aldus Teunis.

Teunis’ boeken zijn geschreven vanuit een curatief perspectief: er is verzuim, hoe kun je dat tot acceptabele proporties terugbrengen. De vraag hoe je dat kunt doen door proactief oorzaken van verzuim uit te weg te ruimen, blijft buiten het bestek van beide boeken. Die waarschuwing is hier zeker op zijn plaats. Bij Teunis dus geen verwijzingen naar werken vanuit ‘de bedoeling’ bijvoorbeeld of naar het begeleiden van professionals bij het ontwikkelen van hun professionele identiteit. Hoe je er als werkgever voor kunt zorgen dat je professionals kráchtige professionals worden, die prima in staat zijn hun persoonlijke drives optimaal af te stemmen op die van de organisatie en zo werkdruk c.q. verzuim tot een minimum te beperken. Daarover schrijft bijvoorbeeld Manon Ruijters heel overtuigend in haar nieuwste boek ‘Queeste naar goed werk.’ Dat boek stel in graag in september aan u voor.

 

Bert Peene is opleider en werkt daarnaast als journalist voor Managementboek Magazine en het VO Magazine.


Ingezonden recensie

Recensent: Carin Gabriels, Teamleider bij Pontes Pieter Zeeman; Locatie Zierikzee

‘Niet lullen, maar poetsen!’ is een van de eerste gedachten die in me opkwam toen ik dit boek las.

Marleen Teunis zet in duidelijke taal haar kijk op het omgaan met zieke werknemers neer en benoemt ook de zaken die een goede aanpak in de weg kunnen staan. Ze geeft de garantie dat het ziekteverzuim door haar aanpak naar 3% gaat. Hierbij draagt ze praktische zaken en voorbeelden uit de praktijk aan. Kern van haar aanpak is dat iedereen die ziek is, toch, in die mate waarin sprake is van mobiliteit, op een of andere wijze op het werk kan zijn en zich in kan zetten. Het gaat om wat iemand (nog) wel kan ipv wat iemand niet (meer) kan en erbij blijven horen.

Marleen benoemt de verschillende partijen, en daarmee soms ook de verschillende belangen, die te maken hebben met verzuim en neemt daarbij geen blad voor de mond.

Voor sommige scholen/leidinggevenden kan haar aanpak soms als wat ‘hard’ en wellicht (daardoor) als niet haalbaar ervaren worden. Dit is sterk afhankelijk van de cultuur op een school en van de mate van professionaliteit van de leidinggevende.

In het boek staan zeker een aantal goede tips en zelfs eye-openers die een leidinggevende kunnen helpen bij de aanpak om werknemers duurzaam inzetbaar te houden en dat is tenslotte in ieders belang.