Overal ontstaan de laatste jaren initiatieven om onderwijs en bedrijfsleven beter op elkaar aan te laten sluiten. Niet óf de werkplek óf de school, maar een optimale mix. Zo ook de onderwijsaanpak FRIS in Zwolle, waar de vmbo-tl-afdeling van het Carolus Clusius College volop in participeerde. De belangrijkste rol voor de schoolleider: verbinden en samenbrengen. ‘Je zag de motivatie groeien. Wat een waardevolle ervaring voor ons allemaal.’

Zowel vanuit het bedrijfsleven als vanuit de overheid is al jaren vraag naar een betere aansluiting tussen onderwijs en werk. De Stichting Techcovery – een praktijkleercentrum, opgericht door Deltion College, Installatiewerk Oost & Flevoland en Opleidingsbedrijf Metaal Zwolle – begon onder de naam FRIS Zwolle een nieuwe onderwijsaanpak. Scholen en bedrijven zetten samen projecten op in de techniek. Doel was om in te spelen op de veranderende omstandigheden in de maatschappij en industrie. In deze projecten werkten vmbo-leerlingen en mbo- en hbo-studenten samen aan een concrete vraag of behoefte van een bedrijf, onder begeleiding van een docent en een instructeur vanuit het bedrijf.
 

Echt werk

De projecten werden soms in het bedrijf uitgevoerd, en soms in de uitgebreide techniekwerkplaats. Projectleider Jan van Uitert: “Leerlingen en studenten moeten ook kunnen oefenen, vallen en weer opstaan en de ruimte hebben om na te denken over creatieve oplossingen voor innovatieve vraagstukken. Daar is niet altijd ruimte voor in een echt bedrijf. Daarom ben ik ook blij dat we heel veel pilotprojecten hebben kunnen doen in onze werkplaats. Eén bedrijf heeft bijvoorbeeld in ons gebouw een productielijn opgezet waar leerlingen aan konden werken. Ze maakten er printplaten voor grote machines. Uit verschillende onderdelen werd een groot apparaat gebouwd. Dat was écht werk – en niet een pijpje buigen om te oefenen – maar in een ‘veilige’ omgeving. Dat werkte ook heel goed.”
 

"Door FRIS konden wij onze leerlingen een rijke leeromgeving aanbieden"
Jacqueline Drok, schoolleider Carolus Clusius College
 

In mei 2016 startte Jan van Uitert als projectleider met FRIS: “Een klein jaar later hadden we een pand gehuurd en ingericht waar leerlingen de projecten konden uitvoeren, een flink aantal bedrijven uitgenodigd, een stuurgroep en een regiegroep opgericht. We begonnen met dertig bedrijven als partner. Het Carolus Clusius College deed mee met de vmbo-tl-afdeling en Deltion College Zwolle met mbo- en hbo-techniekopleidingen. De overheid subsidieerde een deel, en zowel deelnemende scholen als bedrijven investeerden tijd en geld. Ik dacht toen al: dit kan écht iets worden.”
 

Rijke leeromgeving

Toenmalig schoolleider Jacqueline Drok van het Carolus Clusius College in Zwolle dacht ook direct dat ‘dit iets kon worden’, toen docent techniek Bert-Jan van Dijk vertelde dat hij zo’n mooi project was tegengekomen. “Wij waren op dat moment nog bezig invulling te geven aan de verschillende profielen. Voor techniek hadden we dat nog niet helemaal rond, dus dit kwam als geroepen. Door FRIS konden we onze leerlingen een rijke leeromgeving aanbieden.” Dat Deltion in Zwolle ook meedeed, was voor Jacqueline Drok een pre. “Zij hebben een mbo-techniek waar wij graag leerlingen naar laten doorstromen.” Drok is bescheiden over haar eigen rol: “Als schoolleider ben je vooral faciliterend. Een goed idee moet je belonen. Zorgen dat het een rol krijgt in de school. Dat iedereen meedoet. Af toe meekijken, de financiële kant regelen. De docenten techniek en de teamleider vmbo, Ellen Ensing, hebben het echte werk gedaan.”
 

Spannend

“FRIS paste perfect in het vak technologie & toepassing in ons profiel technologie”, vertelt Ellen Ensing. “Een opdracht van een echt bedrijf, waarin onze vmbo-leerlingen samenwerken met mbo- en hbo-studenten geeft natuurlijk een heel andere leersituatie dan op school. Leerlingen vonden het spannend, want ze gingen uit hun vertrouwde leeromgeving. Werken voor een echt bedrijf! Maar toen ze eenmaal bezig waren, werden ze enthousiast. Ze gingen moeite doen, de schoolse houding van – soms – stoer doen of desinteresse lieten ze achter zich. Ze vonden het leuk. Er was bijvoorbeeld een vraag van een bedrijf dat duurzamer wilde werken, daar mochten leerlingen een advies voor schrijven. Er was een veerpontje dat niet meer voer. Daar moest van alles aan gebeuren. Dat hebben ze met een groep gedaan.”
 

Enthousiasmeren

Ensing onderhield contacten met projectleider Fris, Jan van Uitert, en met de mensen die de administratie deden voor het gesubsidieerde project. “Verder was het mijn taak om de docenten technologie & toepassing te enthousiasmeren – dat was weinig werk – en ervoor te zorgen dat de leerlingen roostertechnisch naar het project konden. Soms moesten we lessen verzetten of de absentie van leerlingen regelen. Ik dacht mee over de uitvoering en planning van de opdrachten. Dat vroeg soms een beetje creativiteit, niet in problemen denken, maar juist in oplossingen. Toetsweken kunnen leerlingen niet missen. Als vmbo, mbo en hbo die toevallig na elkaar gepland hadden, vielen zo maar vier weken uit om een opdracht uit te voeren. Soms was de oplossing om een opdracht in delen aan te bieden. Dan werkten leerlingen van de verschillende scholen niet letterlijk samen maar achter elkaar aan. Zo konden we een opdracht toch uitvoeren.”

Ensing was heel blij met haar rol als verbinder, samenbrenger en vertegenwoordiger van het Carolus Clusius College. “Fantastisch om te zien hoe je school, bedrijven en andere scholen als mbo en hbo samen kunt brengen. Dat is oprecht genieten.”
 

"Het levert voor docenten ook meerwaarde op dat ze dichter bij het bedrijfsleven zitten"
Jan van Uitert, projectleider FRIS

 

Durven

Bedrijven waren niet allemaal meteen zo enthousiast als de deelnemende scholen. Jan van Uitert moest vaak praten als Brugman. “Het is ook een risico voor het bedrijf. Leerlingen en studenten moeten onder een van hun projectleiders werken, werken volgens het systeem van het bedrijf, soms zelfs werken bij de klant. Bedrijven moeten investeren in begeleiding en in werkuren van de leerlingen. Dat moet je maar durven. Maar als het lukt, dan heb je ook wat. Leerlingen en studenten leren niet alleen technische vaardigheden binnen de projecten, maar zij zien hoe werken in een bedrijf er echt uit ziet. En ze werken samen, dat is ook heel waardevol. Zo snijdt het mes aan meerdere kanten: een bedrijf krijgt een project gedaan waar ze anders niet aan toe kwamen en scholieren en studenten leren het echte leven kennen.”
 

Opfrissen

Na vier jaar nadert de onderwijsaanpak van FRIS in de huidige vorm zijn afronding. Jan van Uitert zou nog graag een nieuwe ronde van vier jaar tegemoet gaan. “We zijn best ver, maar als je uit het bedrijfsleven komt, zoals ik, dan zie je dat er nog heel mooie stappen te maken zijn. Er zijn zo veel voordelen aan het werken met het bedrijfsleven. Leerlingen leren werken met nieuwe systemen, ze leren op tijd komen, netjes zijn tegen de klant, arbeidsmoraal. Het zorgt dat leerlingen, maar daardoor ook scholen en docenten, up-to-date blijven. Dat ze kunnen werken met de nieuwste materialen en technieken. Het levert voor docenten ook meerwaarde op dat ze dichter bij het bedrijfsleven zitten. Die frissen ook weer op!”
 

"Een teamleider verbindt de school met de omgeving, in de breedste zin van het woord"
Ensing, teamleider vmbo Carolus Clusius College

 

Handen laten wapperen

Teamleider Ellen Ensing zou ook heel graag verder gaan met FRIS: “Wij krijgen als onderwijssector de opdracht om verbinding te zoeken met bedrijven. Normaal gesproken gaan we dan allemaal bellen met bedrijven in onze omgeving. Maar dan zit je elkaar als scholen al gauw in de weg. En die bedrijven worden gek. Het is veel beter als dat centraal geregeld wordt.”
Dat vraagt van een school ook wel het een en ander, geeft ze graag toe. “Je moet de controle een beetje loslaten. Willen improviseren. Dat is even wennen. Niet vragen óf we het gaan doen, maar hoe.” Het extra werk dat het project opleverde in de vorm van administratie, formulieren invullen, verantwoording afleggen had ze er graag voor over. “Zo veel werk is dat niet. Ik zie hoe goed het mijn leerlingen doet. Dat zijn echte doeners, die zijn blij als ze hun handen kunnen laten wapperen.”
 

Team aansturen

Teamleider zijn is meer dan een team van docenten en leerlingen leiden, vindt Ensing. “Er is zo veel meer dan alleen die klaslokalen, de leerlingen, ouders, docenten en een diploma halen. Jij verbindt de school met de omgeving, in de breedste zin van het woord. Naar andere onderwijsinstellingen, naar bedrijven, naar instellingen, naar de maatschappij. Leerlingen hebben meer nodig dan een diploma om een goede werknemer te worden. Er zijn zoveel vaardigheden die belangrijk zijn in het leven, in je werk en in je mens-zijn. Daar hebben we als school een prachtige taak. Als teamleider moet je dat meenemen in het vormgeven van het onderwijs in je afdeling. De koppeling naar vervolgopleiding en naar werkgevers wordt nog wel eens vergeten als je bezig bent met de theoretische kant van je docentschap in een bepaald vak. Maar een docent moet ook werknemersvaardigheden overbrengen. Het is mijn taak om mijn team mee te nemen in die denkrichting.”

FRIS leverde kennis, vaardigheden en nieuwe inzichten op voor de leerlingen: “Ze werden zich ineens bewust dat ze verder konden leren en wat de waarde daarvan is. Ze stapten op de mbo’ers en hbo’ers af door wie ze aangestuurd werden, en vroegen: wat voor opleiding doe jij eigenlijk? En dan zag je ze denken: o, dat lijkt mij ook wel leuk! Dat is precies wat je wilt, als school.”
 

Tekst: Renée Sommer
 

Wat is FRIS?

Stichting Techcovery – het door Deltion College, InstallatieWerk Oost & Flevoland (IWOF) en OpleidingsBedrijf Metaal Zwolle (OBM Zwolle) opgerichte praktijkleercentrum – heeft samen met haar partners een onderwijsaanpak ontwikkeld voor het praktijkleren. Studenten vmbo/mbo/hbo krijgen de mogelijkheid om verschillende bedrijfsprojecten uit te voeren binnen het reguliere onderwijsprogramma. Bedrijven krijgen de mogelijkheid een verlengde van hun werkplaats te creëren, waar aan projecten wordt gewerkt in een bedrijfsmatige, gesimuleerde context.

Deze aanpak heet FRIS en staat voor Flexibel, Reductie, Innovatie en Systeemdenken en is onder andere gebaseerd op de uitgangspunten van Lean. Tijdens het praktijkleren wordt continu – door docent, instructeur en student – aandacht besteed aan deze vier onderwerpen. Niet alleen leren zij de technische vaardigheden binnen de projecten, maar zij maken zich vooral ook wegwijs in het projectmatig aanpakken van projecten en te werken volgens de wensen van de klant.