Recensie door Carin Gabriels, afdelingsleider op het Pieter Zeeman Lyceum te Zierikzee.

Het succes van iedere organisatie staat of valt met onderlinge verbinding, vertrouwen in elkaar en voldoening in het werk. Dit zijn basisbehoeften voor iedereen die werkt in een organisatie. Door daarnaast te werken aan een overkoepelende identiteit en het ontwikkelen van de groepsdynamiek, kun je als organisatie groeien. 

Hierin speelt feedback een grote rol. Feedback geven en ontvangen is moeilijk, dit moet gebeuren vanuit verbinding en betrokkenheid; het moet gaan over wat we doen, niet over wat of wie iemand is. Durf ook kwetsbaar te zijn als leidinggevende en ruimte te geven aan anderen om te schitteren.   

Is dit allemaal nieuw? Het zou het voor leidinggevenden niet moeten zijn. Dit boek is een van de vele boeken die dit thema behandelen en doet dat op een toegankelijke wijze.

In de praktijk blijkt vaak dat aan dit aspect van leidinggeven weinig expliciet aandacht geschonken wordt. Het lijkt soms of een (nieuwe) leidinggevende geacht wordt dit automatisch te leren. Echter, empatisch vermogen en het aanvoelen van situaties zijn geen kunstjes die zomaar te leren zijn. Leren doe je door zelf open te staan voor feedback over en te reflecteren op beleefde situaties en natuurlijk is erover lezen om kennis op te doen zeer waardevol.

Mijn conclusie: agendeer dit onderwerp met regelmaat op het MT-overleg en gun ieder MT-lid een coach voor persoonlijke groei hierin. 

 


 

Menselijkheid is een voorwaarde voor een lerende organisatie

Door Bert Peene

Als de toeslagenaffaire één ding heeft duidelijk gemaakt, is het wel dat menselijkheid in organisaties een serieus en actueel thema is. Vooral omdat regelmatig duidelijk wordt dat het in veel organisaties aan menselijkheid ontbreekt. Dat geldt niet alleen voor uitvoeringsinstanties, zoals de Belastingdienst en het UWV. Iedere organisatie zou zich van tijd tot tijd moeten afvragen hoe het gesteld is met de menselijke maat. De handleiding van Marjon Bohré biedt daarvoor een uitstekend kader.

Bohré is waarschijnlijk de enige echte deskundige in Nederland als het om menselijkheid in organisaties gaat. In 2013 verscheen de eerste versie van haar boek. Nu ligt er dus een tweede, waarin zij, zoals ze zelf zegt, alles bij elkaar heeft gebracht wat we inmiddels over het onderwerp weten. Ook heeft zij een praktische vertaling toegevoegd naar hoe menselijkheid in organisaties vormgegeven kan worden. Zij richt zich daarbij met name op hoe mensen in organisaties samenwerken, minder op hoe gewerkt wordt voor cliënten, patiënten, klanten en burgers. Dat zorgt onmiskenbaar voor raakvlakken met psychologische veiligheid, een ander heikel onderwerp in de organisatiekunde. Maar daarover straks meer.

Eerst maar eens de belangrijkste vraag: hoe ziet menselijkheid in organisaties eruit? Bohré gebruikt voor het antwoord op die vraag inzichten uit de sociale psychologie en komt zo tot het volgende: menselijkheid in organisaties is de beleving dat je ervaringen, emoties en verlangens door de organisatie worden erkend, dat je de regie hebt over je keuzes, je werk en je leven en dat je de mogelijkheid voor zelfrealisatie hebt door (creatief) te participeren in organisatieprocessen. Daarin herkent u vast de drie elementen van de zelfbeschikkingstheorie (ZBT) van Deci en Ryan. Menselijkheid in organisaties lijkt een betrekkelijk nieuw onderwerp, maar wie zich er even in verdiept, ontdekt al snel dat dat nog wel meevalt. Als je tenminste bereid bent voor andere, bekendere labels te kiezen.

Bohré wijdt ook een hoofdstuk aan de vraag wat nadrukkelijke aandacht voor de menselijke maat oplevert. Menselijkheid blijkt een noodzakelijke voorwaarde voor innoveren, leren, creëren en succesvolle organisatieverandering. Meer concreet: voor de ontwikkeling van een lerende organisatie. Ga maar na: als je leren wilt bevorderen, zal je allereerst het ongemak moeten normaliseren. In het leerproces bevind je je immers niet meer in je comfortzone. Je gaat je dus vanzelf ongemakkelijk voelen. In een lerende organisatie is het belangrijk je te realiseren dat ongemak erbij hoort. Fouten maken mag, want van fouten leren we met z’n allen.

Boeiend zijn ook de paragrafen waarin Bohré uitlegt welke factoren bijdragen een ontmenselijking. Dat zijn er vier: de taken die een medewerker geacht wordt uit te voeren, de manier waarop de organisatie intern functioneert, omgevingsfactoren en leiderschap. Onder procedurele factoren, de tweede factor, vallen niet alleen formele processen en procedures, maar bijvoorbeeld ook informele afspraken en omgangsvormen. Het gaat om het gevoel dat regels worden toegepast omwille van de procedure, zonder dat naar individuele situaties wordt gekeken. Ook de mate waarin medewerkers steun van hun organisatie ervaren, valt hieronder. Denk voor het onderwijs bijvoorbeeld aan de opstelling van de directie in een conflict tussen ouders en een docent: steunt de directie de docent in kwestie onvoorwaardelijk of kiest zij uit angst voor het verlies van klanten voor een halfslachtige houding? Verder neem ik aan dat u zich wel iets kunt voorstellen bij ‘dehumaniserend gedrag van leidinggevenden’. Dat gaat van het ontkennen of negeren van emoties tot het beperken van autonomie; verbaal en non-verbaal.

‘De menselijke organisatie’ is een toegankelijk boek, dat met name geschreven is voor leidinggevenden. Maar dat begrip hanteert Bohlé erg ruim. Je hoeft niet per sé een leidinggevende functie te hebben om met wat zij vertelt, je voordeel te kunnen doen. Hoe kun je dat doen? Zorg voor vertrouwen, verbinding en voldoening. Dat klinkt misschien wat soft, maar Bohlé ontrafelt ze op een prettig leesbare manier tot concrete gedragingen en handelingen. Daaraan is met name deel drie van haar boek gewijd. Zij maakt daarbij op een overtuigende manier gebruik van wetenschappelijke inzichten over menselijkheid (in organisaties).

Mocht je uiteindelijk toch kritische kanttekeningen bij dit boek willen plaatsen, dan kan je in ieder geval opmerken dat het onderwerp ‘menselijkheid’ zoals Bohlé het beschrijft, even goed ‘psychologische veiligheid’ had kunnen heten. Lees er de boeken van Amy Edmonson en Hans van der Loo (en Jorien Beks) maar op na: de lessen die zij leren zijn onderling zo goed als inwisselbaar. Ik herhaal ze nog maar een keer: zorg voor vertrouwen, verbinding en voldoening. Maar of dat een bezwaar is?

 

Bert Peene is free lance docent en schrijft daarnaast over managementliteratuur voor Managementboek Magazine en het VO Magazine.