Waar zijn jullie op dit moment tevreden over? 

“Vragen waar we voor de coronacrisis al mee bezig waren, hebben een enorme boost gekregen. Hoe krijgen we beter zicht op het leerproces van leerlingen? Hoe kunnen we meer formatief evalueren? Hoe bieden we meer maatwerk? Zowel leerlingen als docenten zijn momenteel veel meer gericht op het leerproces. Leerlingen vragen meer om feedback, terwijl de focus vroeger op cijfers lag. En docenten delen meer met elkaar.” 
 

Hoe gaan jullie het onderwijs na 2 juni organiseren?

“Wat online goed gaat, blijft online: doelen stellen, theorie delen, opdrachten geven. De tijd op school benutten we voor persoonlijk contact. Onderbouwleerlingen komen in groepjes van tien één dagdeel per week naar school. Daar krijgen ze een mentorles, een vakles (in een roulatiesysteem) en een les lichamelijke oefening. Bovenbouwleerlingen kunnen naar behoefte intekenen op een keuzerooster.” 
 

Voor welke vragen zoeken jullie nog oplossingen?

“Hoe maken we een handig rooster voor na de zomer, zodanig dat alle leerlingen alle vakken volgen en docenten hun leerlingen echt kunnen zien? En hoe zorgen we dat onze nieuwe eersteklassers een goed groepsvormingsproces doorlopen terwijl ze niet allemaal tegelijk les krijgen?”  
 

Wat is jouw rol in de opmaat naar 2 juni?

“Als stafmedewerker stimuleer ik het leren van en met elkaar. Dat leerproces is nu veel intensiever. We kijken meer naar de essentie van ons onderwijs. Het is mijn taak om te onderzoeken wat werkt. Ik verzamel kennis uit online onderzoek en monitor onze eigen praktijk. Die kennis deel ik met de sectievoorzitters en de directie en dan besluiten we samen welke stappen we zetten.” 
 

Welk inzicht zou je aan andere schoolleiders willen meegeven?

“Maak voor docenten in de laatste weken van het schooljaar voldoende tijd vrij om in sectieverband de afgelopen periode te evalueren en – in lijn met de visie van de school – plannen te maken voor na de zomer. Dan kunnen ze met een gerust gevoel de zomervakantie in: er ligt een plan waar we achter staan.”