Waar zijn jullie op dit moment tevreden over? 

“De inzet van docenten. De snelheid waarmee zij de switch naar afstandsonderwijs hebben gemaakt en toch de bedoeling van het onderwijs in de gaten hebben gehouden. En hun flexibiliteit om steeds weer in te spelen op wat er op enig moment nodig is.”
 

Hoe gaan jullie het onderwijs na 2 juni organiseren?

“Wij denken dat leerlingen in deze situatie vooral vertrouwen in eigen kunnen nodig hebben. Niet al onze leerlingen krijgen daarin voldoende bevestiging van thuis. Daarom besteden we in juni het liefst alle tijd op school aan mentormomenten. Dat is niet wat de premier en een deel van de ouders van ons verwachten. Daarom komen onderbouwleerlingen tot aan de zomer nu tweemaal op school voor een mentormoment en tweemaal voor een vakkencarrousel, waarin ze met iedere vakdocent een contactmoment hebben. Bovenbouwleerlingen komen eenmaal op school voor mentoraat en hebben één fysieke herkansingsweek. Voor de rest laten we het online onderwijs zoveel mogelijk doorgaan.”
 

Voor welke vragen zoeken jullie nog oplossingen?

“Om goed voorbereid aan het volgend schooljaar te beginnen, moeten we eigenlijk drie roosters en formatieplanningen maken: een voor de gewone situatie, een voor de anderhalvemeterschool en een voor als er een lockdown is.”
 

Vind je inspiratie bij andere scholen?

“Behalve aan bestaande netwerkcontacten heb ik veel aan een leuke, nieuwe appgroep met Amsterdamse schoolleiders, waarin we informatie en oplossingen delen. Het is grappig om te merken hoe het vak van schoolleider ineens is veranderd. Aan de ene kant werk je veel meer samen, op andere momenten moet je juist directiever zijn omdat er knopen doorgehakt moeten worden.”
 

Welke les neem jij persoonlijk mee uit de periode die achter ons ligt?

“Dat er heel veel kan als het moet.”
 

Welk inzicht zou je aan andere schoolleiders willen meegeven?

“Laten we vooral zorgen dat we onze mensen echt blijven zíen. De thuiswereld is belangrijker geworden, mensen hebben nagedacht over wat er voor hen toe doet, er heeft een proces van verinnerlijking plaatsgevonden. Onze grootste uitdaging is hoe we echt contact houden als deze situatie langer gaat duren.”