Samenwerken met andere besturen in de regio is een enorme kans. Door gezamenlijk uitdagingen aan te gaan worden deze lichter, zoals krimp, lerarentekort en invoering van passend onderwijs. Tegelijkertijd kan bestuurlijke samenwerking een uitdaging zijn. Op welke manier werk je samen? Hoe combineer je je eigen belangen, die van de andere scholen en die van de regio? Hoe neem je je eigen organisatie mee in dit soort complexe processen? Welke rol heb je als bestuurder? Deze en vele andere vragen komen aan de orde in dit katern, dat de VO-academie – in samenwerking met het project Regionale samenwerking van de VO-raad – heeft ontwikkeld.
 

Het katern geeft expres geen blauwdruk van de ideale samenwerkingsvorm, maar wel veel handvatten, inzichten en kennis om samen aan de slag te gaan. Succesvol samenwerken verschilt immers per persoon, per bestuur, per school, per regio en per opdracht. Wel kan het bijdragen aan het gesprek over samenwerking tussen bestuurders op regionaal niveau. Samenwerking wordt in dit katern opgevat en toegepast als vaardigheid die je verder kunt ontwikkelen en versterken. Vragen die in dit katern aan bod komen zijn bijvoorbeeld:

  • Wat is de meerwaarde van regionale bestuurlijke samenwerking, op verschillende niveaus: school, bestuur, regio en landelijk?  
  • Welke handvatten zijn er voor de regionale bestuurlijke samenwerking en welke instrumenten kunnen bestuurders, maar ook eindverantwoordelijk schoolleiders, ondersteunen?  
  • Aan welke randvoorwaarden moet een succesvolle samenwerking voldoen?  
  • Hoe kan de bestuurder zijn of haar rol invullen en zich voorbereiden op samenwerking? Welke competenties zijn daarbij nodig?

Naast een theoretische uiteenzetting op basis van bovenstaande vragen zijn er ook zes praktijkvoorbeelden geportretteerd. De interviews laten zien dat regionale samenwerking een duidelijke meerwaarde heeft voor alle betrokken partijen. Het komt ten goede aan het onderwijs en aan de leerlingen. Natuurlijk gaat samenwerken niet vanzelf: het is complex en tijdrovend. Het vergt lef, doorzettingsvermogen en visie van bestuurders. De allesbepalende vraag is: zie je samenwerking als kans of bedreiging?