Adequaat omgaan met niet-weten

Door Bert Peene

Dat we in onzekere tijden leven en vandaag maar moeilijk kunnen voorspellen wat morgen of overmorgen brengt, is geen nieuws. VUCA is immers een van de populairste buzz words in de managementliteratuur. VUCA staat voor Volatile, Uncertain, Complex en Ambiguous: vluchtig, onzeker, complex en ambigu (voor meer interpretaties vatbaar). Dat VUCA-karakter van onze maatschappij maakt het leven voor bestuurders en leidinggevenden niet gemakkelijk. De spagaat tussen streven naar toekomstbestendigheid en moeten dealen met onzekerheid stelt ze vrijwel dagelijks voor stevige uitdagingen. De vraag is hoe je daarmee effectief omgaat. Een van de boeken waarin geprobeerd wordt daarop een antwoord te geven, is ‘Weetnietkunde’ van Marian Timmermans en Willem de Vos.

Mensen hebben een hekel aan onvoorspelbaarheid, zeker als ze, zoals schoolleiders of bestuurders in het onderwijs, verantwoordelijkheid dragen voor de toekomst van tientallen of zelfs honderden kinderen. Wat we dan gaan doen, is groeven creëren, schrijft Kees Tillema in zijn gelijknamige boek (2021). Groeven zijn repetitieve, niet-functionele manieren van denken en handelen die ons de illusie geven dat we grip op de omstandigheden hebben. Tillema noemt bijvoorbeeld de maakbaarheidsgroef, de controlgroef en de consensusgroef. ‘Groeven maskeren het menselijk onvermogen om de toekomst te voorspellen en te beheersen.’ Voor een antwoord op de vraag hoe je daarmee op een adequate manier kunt omgaan, verwijst hij naar het werk van statisticus, wetenschapper, essayist en voormalig beurshandelaar Nassim Taleb, die het begrip ‘unknown unknows’ introduceerde: situaties waarover weinig informatie beschikbaar is, waarmee we ook weinig ervaring hebben en waarvan we niet weten of en wanneer ze zich voordoen. De kunst is volgens Taleb niet om zulke onwaarschijnlijkheden beter te voorspellen, maar om fundamenteel anders om te gaan met onvoorspelbaarheid.

Taleb is ook een van de auteurs in de lijst van literatuur die Timmermans en De Vos voor het schrijven van hun boek geraadpleegd hebben en zonder dat zij dat met zoveel woorden zeggen, zou je Talebs advies best als hun belangrijkste boodschap kunnen beschouwen. ‘Uiteindelijk schreven we het [boek] vooral om voor onszelf en anderen mogelijkheden te vinden om op een authentieke manier om te gaan met niet-weten,’ schrijven ze. Verwacht echter geen prettig-volgbare ‘how to’. De auteurs schotelen hun lezers allereerst een doorwrocht betoog voor over patronen in het bezweren van onzekerheid en niet-weten. Hoe reageren individuen daarop en hoe gaan groepen en organisaties onzekerheid te lijf? De vraag hoe het anders, zeg maar: meer in de geest van Nassim Taleb, kan, beantwoorden zij in het tweede en belangrijkste deel van hun boek. Je zou dat een pleidooi voor bedachtzaamheid kunnen noemen, voor stilstaan in het hier-en-nu. Ik vat enkele van hun adviezen kort samen:

  • Richt je meer op je cirkel van invloed.
  • Stop met (krampachtig) zoeken naar geluk.
  • Ontwikkel het vermogen Opgewekt Ongemakkelijk te zijn.
  • Structureer je tijd, kies wat vaker voor ‘zalig nietsdoen’.
  • Trek heldere grenzen.
     

Concreter wordt het niet en dat mag je best een minpunt noemen (hoewel de auteurs nergens concrete adviezen beloven). Maar wie enigszins thuis is in de veranderkunde, weet dat niets zo lastig is als het veranderen van eigen gedrag. Lees daar Ben Tiggelaars ‘De Ladder’ (2018) maar op na. Die geeft daarin bovendien wel concrete tips voor gedragsverandering.

Het lijkt erop dat de auteurs dit manco zelf onderkenden, want aan het eind van deel twee hebben zij een aantal praktijkcasussen opgenomen, waarin professionals vertellen hoe zij met onzekerheid in hun beroep omgaan. Algemeen bruikbare tips zoals Tiggelaar die geeft, kom je daarin echter niet veel tegen.

Een ander punt van aandacht zijn de bronnen die de auteurs gebruikt hebben. De Transactionele Analyse is er daar één van. Transactionele analyse (TA) is een pseudowetenschappelijke therapie, persoonlijkheidstheorie en een communicatiemodel. Ze zou mensen inzicht bieden in hun gedrag door het aanbieden van concepten en methoden om de interacties tussen mensen onderling, de transacties, en hun eigen interne toestand te analyseren en mensen te helpen veranderen en groeien. Of TA daadwerkelijk werkt, is echter nooit bewezen en de theorie is wetenschappelijk omstreden. Dat geldt dus ook voor het gebruik ervan in dit boek. Anders gezegd: aan wat je leest over bijvoorbeeld ego-toestanden, een kernthema in TA, mag je niet meer waarde hechten dan vanuit professioneel oogpunt verantwoord is.

Omgaan met onzekerheid hoort bij het moderne leven, ook dat van een professional (al dan niet in een leidinggevende positie). Mijn ervaring is dat die professional meer houvast heeft aan het model dat Manon Ruijters ‘het professionele veld’ noemt. Volgens dat model vlieg je een lastige kwestie vanuit vier routes aan: hoe denk je er zelf over, hoe denken collega’s erover, wie hebben er belang bij en wat zijn die belangen en tot slot wat zegt de literatuur/wetenschap erover? Ook dat levert geen kant-en-klare antwoorden op, maar wel houvast en gemoedsrust. Want je hebt de lastige kwestie van alle relevante kanten bekeken.

Bert Peene is freelance docent en werkt als journalist voor Managementboek Magazine en het VO Magazine.